stilistische elementen

voor het eerst in de geschiedenis van de muziek werd instrumentale muziek belangrijker dan vocale muziek. Het orkest en de kamergroepen, zoals het strijkkwartet, trio en kwintet, en het pianotrio werden gestandaardiseerd en vervingen de heterogene triosonate en andere ensembles uit de barokperiode., De basis van de tweevoudige en drievoudige organisatie van de meter bleef onveranderd, maar ritmische patronen neigen naar meer regelmaat en eenvoud werd de regel, het produceren van de “tirannie van de bar line” die zou heersen voor meer dan een eeuw.

melodie was geneigd meer motiverend, melodievol en epigrammatisch te zijn, in tegenstelling tot de uitgebreide, figuratieve stijl van vele barokke melodieën. Harmonie was de tweede na melodie als centraal element. Harmonische patronen die het tonale centrum duidelijk vestigden waren de regel van de dag.,

als reactie op de ingewikkelde polyfonie van de latere barok werd homofone textuur gedomineerd door melodie de norm, maar de begeleidende patronen waren anders dan die van de vroege Barok, toen monodie ondersteund door aanhoudende akkoorden de overheersende stijl was. In de late 18e eeuw vormden figuraties zoals de Alberti bas (vorm van begeleidende figuur bestaande uit gebroken akkoorden) en ritmisch verlevendigde herhaalde akkoorden de typische textuurpatronen., Contrapunt bleef echter in sommige vormen behouden, en herwon met name in de ontwikkeling secties van werken in sonatavorm.

formele structuur, een definitief aspect van de klassieke stijl, werd gekenmerkt door eenvoud en duidelijkheid. Sectionele vormen (gecreëerd door contrast en herhaling van thematische materialen, tonaliteiten en texturen), variaties, en het nieuwe principe van ontwikkeling (fragmentatie, uitbreiding en modificatie van thema ‘ s) waren de gevestigde normen. Frasen van muzikaal materiaal werden korter en duidelijker afgebakend, evenals meer gebalanceerd en regelmatig., Een nieuw concept van dynamisch contrast droeg ook bij aan formele duidelijkheid. Arcering van luid naar zacht of vice versa zorgde voor een dramatische manier van bouwen naar een expressieve climax. Orkestratie en instrumentatie waren nauw verwant aan dynamische variatie, en er verscheen veel meer kleurcontrast en variatie in orkestmuziek, hoewel het ensemble meer gestandaardiseerd was dan voorheen.