Shoebill

Shoebill, (Balaeniceps rex), ook wel schoenbaarde ooievaar of walviskop ooievaar, grote Afrikaanse waadvogel, een enkele soort die de familie Balaenicipitidae (orde Balaenicipitiformes, Ciconiiformes, of Pelecaniformes) vormt. De soort is vernoemd naar zijn klompvormige snavel, die een aanpassing is voor het vangen en vasthouden van de grote, gladde longvis, zijn favoriete voedsel. Deze grote vogel eet ook schildpadden, vissen en jonge krokodillen. Schoenveters zijn ongeveer 115 cm (3,8 voet) hoog. Ze zijn geheel grijs, met brede vleugels en lange poten., Het hoofd is groot in verhouding tot het lichaam, en de ogen zijn ook uitzonderlijk groot. De schoenveter klapt de mandibels van zijn snavel samen als een display, het produceren van een luide, holle geluid. Net als reigers en pelikanen vliegen schoenpoebills met het hoofd tegen het lichaam. Ze nestelen op drijvende vegetatie of vaste heuvels en leggen een tot drie witte eieren, die in ongeveer 30 dagen uitkomen. Shoebills bewonen moerassige regio ‘ s in en rond de Witte Nijl in Noordoost-Afrika.,

de taxonomische plaatsing van de schoenveter is een kwestie van discussie. Het is traditioneel gegroepeerd met de reigers, ooievaars en ibissen (orde Ciconiiformes) op basis van gedrags-en morfologische studies. Echter, andere morfologische en genetische analyses suggereren een nauwere band met pelikanen (familie Pelecanidae) en met de hamerhaai, een andere Afrikaanse watervogel wiens taxonomische positie onduidelijk is. De samenstelling van zowel de Ciconiiformes als de Pelecaniformes wordt in ieder geval ook betwist., Schoenmolen worden soms in hun eigen orde geplaatst, Balaenicipitiformes.