Het boek Job, boek van de Hebreeuwse schrift dat vaak wordt gerekend tot de meesterwerken van de wereldliteratuur. Het is te vinden in het derde deel van de Bijbelse canon bekend als de Ketuvim (“geschriften”). Het thema van het boek is het eeuwige probleem van het onverdiende lijden, en het is vernoemd naar zijn centrale karakter, Job, die probeert te begrijpen het lijden dat hem overspoelt.,
Het boek Job kan worden onderverdeeld in twee delen van prozaverhalen, bestaande uit een proloog (hoofdstukken 1-2) en een epiloog (hoofdstuk 42:7-17), en tussenliggende poëtische dispuut (hoofdstukken 3-42:6)., De prozaverhalen dateren van vóór de 6e eeuw v. Chr.en de poëzie is gedateerd tussen de 6e en de 4de eeuw v. Chr. De hoofdstukken 28 en 32-37 waren waarschijnlijk latere toevoegingen.
Het Boek van Job ‘ s artful construction is verantwoordelijk voor een groot deel van zijn impact. De poëtische disputaties vinden plaats in het prozakader van een oude legende die buiten Israël is ontstaan. Deze legende gaat over Job, een welvarend man van uitstekende vroomheid. Satan handelt als een agent provocateur om te testen of Job ‘ s vroomheid alleen geworteld is in zijn welvaart., Maar geconfronteerd met het verschrikkelijke verlies van zijn bezittingen, zijn kinderen, en uiteindelijk zijn eigen gezondheid, weigert Job nog steeds God te vervloeken. Drie van zijn vrienden komen dan om hem te troosten, en op dit punt begint de poëtische dialoog. De poëtische discoursen-die de Betekenis van Job ’s lijden en de manier waarop hij moet reageren onderzoeken-bestaan uit drie cycli van toespraken die Job’ s geschillen met zijn drie vrienden en zijn gesprekken met God bevatten. Job verkondigt zijn onschuld en het onrecht van zijn lijden, terwijl zijn “troosters” beweren dat Job wordt gestraft voor zijn zonden., Job, overtuigd van zijn trouw en oprechtheid, is niet tevreden met deze uitleg. Het gesprek tussen Job en God lost de dramatische spanning op-maar zonder het probleem van onverdiend lijden op te lossen. De toespraken roepen Job ‘ s vertrouwen op in de doelbewuste activiteit van God in de zaken van de wereld, ook al blijven Gods wegen met de mens mysterieus en ondoorgrondelijk.