Er zijn twee soorten atomaire bindingen-ionenbindingen en covalente bindingen. Ze verschillen in hun structuur en eigenschappen. Covalente bindingen bestaan uit elektronenparen die door twee atomen worden gedeeld en binden de atomen in een vaste oriëntatie. Relatief hoge energieën zijn nodig om ze te breken (50-200 kcal / mol). Of twee atomen een covalente binding kunnen vormen hangt af van hun elektronegativiteit, d.w.z. de kracht van een atoom in een molecuul om elektronen naar zichzelf aan te trekken., Als twee atomen aanzienlijk verschillen in hun elektronegativiteit – zoals natrium en chloride – dan zal een van de atomen zijn elektron verliezen aan het andere atoom. Dit resulteert in een positief geladen ion (kation) en negatief geladen ion (anion). De binding tussen deze twee ionen wordt een ionische binding genoemd.,/div>
|
Covalent Bonds |
Ionic Bonds |
State at room temperature: |
Liquid or gaseous |
Solid |
Polarity: |
Low |
High |
Formation: |
A covalent bond is formed between two non-metals that have similar electronegativities., Geen van beide atomen is “sterk” genoeg om elektronen van de andere aan te trekken. Voor stabilisatie delen ze hun elektronen uit de buitenste moleculaire baan met anderen |
er wordt een ionbinding gevormd tussen een metaal en een niet-metaal. Niet-metalen (- ve ion) zijn “sterker” dan het metaal(+ve ion) en kunnen heel gemakkelijk elektronen uit het metaal krijgen. Deze twee tegengestelde ionen trekken elkaar aan en vormen de ionische binding., |
Vorm: |
Definitieve vorm |
Geen definitieve vorm |
Smeltpunt: |
laag |
Hoog |
Wat is het?: |
covalente binding is een vorm van chemische binding tussen twee niet-metalen atomen die wordt gekenmerkt door het delen van elektronenparen tussen atomen en andere covalente bindingen., |
Ionbinding, ook bekend als elektrovalente binding, is een type binding gevormd door de elektrostatische aantrekking tussen tegengesteld geladen ionen in een chemische verbinding. Dit soort bindingen komen vooral voor tussen een metallisch en een niet-metallisch atoom.,>Low |
High |
Examples: |
Methane (CH4), Hydrochloric acid (HCl) |
Sodium chloride (NaCl), Sulfuric Acid (H2SO4 ) |
Occurs between: |
Two non-metals |
One metal and one non-metal |
Contributors and Attributions
- Content originates from http://www.diffen.com